Wielvergrendeling
Bij de vergrendeling van wielen wordt onderscheid gemaakt tussen een individuele vergrendeling en een centrale vergrendeling.
De eerste verwijst naar de norm: Een vergrendelmechanisme op een wiel waarmee het kan worden geblokkeerd en weer kan worden vrijgegeven. De centrale vergrendeling maakt het ook mogelijk om in een keer alle wielen van het apparaat te vergrendelen met behulp van de vergrendeling op een wiel.
Hoewel het mogelijk is om een toepassing sneller te vergrendelen met het centraal systeem, wat op sommige gebieden een groot voordeel is, biedt de individuele vergrendeling de mogelijkheid om individuele wielen flexibel tot stilstand te brengen.
Soorten vergrendeling
Tot de vergrendelingsmechanismen behoren onder andere de lastafhankelijke wielrem, de wiel-, richting- en totale vergrendeling. De lastafhankelijke rem wordt bijvoorbeeld gebruikt voor stoelwielen. Hier worden de wielen niet geblokkeerd als ze beladen zijn maar vertraagd in onbelaste toestand. De wiel- en richtingvergrendeling blokkeren, zoals de naam al aangeeft, verschillende delen van het wiel. Bij de wielvergrendeling wordt het wiel geblokkeerd zodat het niet meer kan rollen.
Het draaien van de tegenlager is wel nog mogelijk. Juist het tegenovergestelde is het geval bij de richtingvergrendeling. Hier kan in de geblokkeerde toestand niet meer worden geroteerd maar het wiel loopt wel rechtdoor. Hierdoor kan snel een bokwiel worden gemaakt van een zwenkwiel zodat rechtdoor lopen eenvoudiger wordt. Een combinatie van deze twee soorten is de totale vergrendeling: Hiermee worden het wiel en de zwenking gelijktijdig gestopt, dus het wiel kan dan niet meer lopen en draaien.