Plaatbevestiging
Afhankelijk van hoe het apparaat eruit ziet waarop de wielen worden gemonteerd, worden verschillende verbindingstypen gebruikt.
Bij deze soort bevestiging wordt het wiel met behulp van schroeven en moeren gemonteerd op een vlakke ondergrond. Aan de bovenkant van het wiel bevindt zich de bevestigingsplaat. De afmetingen van de plaat en het oppervlak van het apparaat waarop het wordt aangebracht, zijn gestandaardiseerd en evenredig met de diameter van het wiel of het zwenkwiel. De standaardafmetingen tussen de gaten zijn ongeveer 80 x 60 mm bij een diameter van 80-100 mm en 105 x 80 mm bij een diameter van 125 mm. Om de juiste plaatbevestiging te selecteren, moeten de volgende afmetingen worden overwogen:
- Plaatgrootte
- Schroefgatafstand
- Schroefgatdiameter
Bij de montage van een plaatbevestiging is het belangrijk dat het wiel en het apparaat goed op elkaar aansluiten. Het apparaat moet precies op de buitenste kogelschaal liggen zodat het wiel het maximale draagvermogen kan bereiken en een duurzame werking wordt gegarandeerd.
Monteren van de plaatbevestiging
Bij deze soort bevestiging wordt het wiel met behulp van schroeven en moeren gemonteerd op een vlakke ondergrond. Aan de bovenkant van het wiel bevindt zich de bevestigingsplaat. De afmetingen van de plaat en het oppervlak van het apparaat waarop het wordt aangebracht, zijn gestandaardiseerd en evenredig met de diameter van het wiel of het zwenkwiel. De standaardafmetingen tussen de gaten zijn ongeveer 80 x 60 mm bij een diameter van 80-100 mm en 105 x 80 mm bij een diameter van 125 mm. Om de juiste plaatbevestiging te selecteren, moeten de volgende afmetingen worden overwogen:
- Plaatgrootte
- Schroefgatafstand
- Schroefgatdiameter
Bij de montage van een plaatbevestiging is het belangrijk dat het wiel en het apparaat goed op elkaar aansluiten. Het apparaat moet precies op de buitenste kogelschaal liggen zodat het wiel het maximale draagvermogen kan bereiken en een duurzame werking wordt gegarandeerd.